Dag twee van de Poezieweek. Herinneringen.
Droom.
Ik zit op mijn hurken
op het graf van
mijn vader.
Mijn rug naar
het pad.
Als ik omkijk
komt hij net
aanlopen in
zijn oude regenjas.
Aan zijn pols bungelt
een plastic tas met
plantjes en wat
klein tuingereedschap.
Hij rookt
een sigaret.
Ik spring op, blij:
‘Pap, wat doe jij
nou hier?’
Hij glimlacht,
zijn glimlach.
We staan stil,
hij lijkt zo dichtbij,
haarscherp,
glashelder,
en is dan weg.
Had ik maar niets gezegd,
beter gekeken.